De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 19, §§ 1 en 5, van de voormelde wet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de burgerrechtelijk aansprakelijke niet betrekt in de procedures die strekken tot bestraffing van zijn aangestelde.
Der vorlegende Richter fragt den Gerichtshof, ob Artikel 19 §§ 1 und 5 des vorerwähnten Gesetzes mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem er die zivilrechtlich haftbare Person nicht in die Verfahren zur Sanktionierung ihres Angestellten einbeziehe.