23. handhaaft als zijn standpunt dat met betrekking tot de kanalen die gebruikt worden voor de verspreiding van vragen van leden van de Commissie en de door de afdelingen te verstrekken antwoorden, deze antwoorden (ingeval deze op gevoelig geachte onderwerpen betrekking hebben) steeds dienen te worden toegezonden door de directeur-generaal aan het betrokken lid van de Commissie zelf en niet slechts aan zijn kabinetschef;
23. bleibt bezüglich der Kanäle, über die Anfragen der Kommissionsmitglieder und die entsprechenden Antworten der Dienststellen weitergeleitet werden, bei seiner Auffassung, dass diese Antworten (wenn sie als sensibel geltende Themen betreffen) stets von dem Generaldirektor an das zuständige Kommissionsmitglied selbst und nicht nur an seinen Kabinettschef weitergeleitet werden sollten;