5. De in de leden 1 tot en met 4 genoemde bevoegdheden gelden mutatis mutandis voor degenen die vergaderingen van in het Reglement voorziene organen, commissies en delegaties, voorzitten.
5. Die in den Absätzen 1 bis 4 aufgeführten Befugnisse stehen entsprechend demjenigen zu, der bei Sitzungen von in der Geschäftsordnung vorgesehenen Organen, Ausschüssen und Delegationen den Vorsitz führt.