« De handelingen waarbij de rechters en de ambtenaren van het openbaar ministerie, alsmede de tuchtoverheid van de ministeriële ambtenaren of van de balie hun bevoegdheid mochten hebben overschreden, worden onverminderd de bepalingen van artikel 502, door de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie aangebracht bij dit hof, op voorschrift van de minister van Justitie, zelfs wanneer de wettelijke termijn voor de voorziening in cassatie verstreken is en geen enkele partij in voorziening is gekomen.
« Die Amtshandlungen, durch welche die Richter und die Beamten der Staatsanwaltschaft sowie die Disziplinarbehörde der Urkundsbeamten oder der Rechtsanwaltschaft ihren Zuständigkeitsbereich überschritten haben sollten, werden unbeschadet der Bestimmungen von Artikel 502 vom Generalprokurator beim Kassationshof diesem Hof auf Anweisung des Justizministers vorgelegt, auch wenn die für die Kassationsklageerhebung vorgesehene gesetzliche Frist abgelaufen ist und keine Partei Kassationsklage erhoben hat.