Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Arrest
Arrest HvJ EG
Arrest dat niet vatbaar is voor verzet
Arrest van herroeping
Arrest van het Hof
Arrest van het Hof
Arrest van het Hof EG
Arrest van het Hof van Justitie
Arrest van het Hof van Justitie
Arrest van het Hof van Justitie EG
Arrest van inbeschuldigingstelling
Arrest waartegen geen verzet openstaat
Gezag van het gewijsde
Het arrest van het Hof van Justitie
Het verzamelen van bewijzen
Huis van arrest
Rechterlijke uitspraak
Tenuitvoerlegging van een arrest
Tenuitvoerlegging van het vonnis
Uitspraak van het Hof
Vonnis
Werking van het vonnis
Wijze van tenuitvoerlegging
Zijn identiteit bewijzen

Vertaling van "bewijzen arrest " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE
arrest van het Hof (EU) [ arrest HvJ EG | arrest van het Hof EG | arrest van het Hof van Justitie (EU) | arrest van het Hof van Justitie EG ]

Urteil des Gerichtshofs (EU) [ Urteil des Europäischen Gerichtshofs | Urteil des Gerichtshofs EG | Urteil EuGH ]


het verzamelen van bewijzen | het verzamelen/vergaren van bewijzen

Beweisaufnahme | Beweiserhebung


arrest | arrest van het Hof | arrest van het Hof van Justitie | het arrest van het Hof van Justitie

Urteil | Urteil des Gerichtshofs | Urteil des Gerichtshofs der Europäischen Union




arrest dat niet vatbaar is voor verzet | arrest waartegen geen verzet openstaat

Urteil,gegen das weiterer Einspruch nicht zulässig ist


tenuitvoerlegging van het vonnis [ gezag van het gewijsde | tenuitvoerlegging van een arrest | werking van het vonnis | wijze van tenuitvoerlegging ]

Urteilsvollstreckung [ Urteilswirkung | Vollstreckungsweg ]


vonnis [ arrest | rechterlijke uitspraak | uitspraak van het Hof ]

Urteil [ Gerichtsurteil | richterliche Verfügung | Urteilsspruch ]




arrest van inbeschuldigingstelling

Entscheid über die Versetzung in den Anklagezustand


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Bij zijn arrest nr. 43/2015 van 26 maart 2015 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 40bis, § 2, eerste lid, 2°, tweede lid, a), van de wet van 15 december 1980, zoals vervangen bij artikel 8 van de wet van 8 juli 2011, in samenhang gelezen met artikel 40ter van de wet van 15 december 1980, zoals vervangen bij artikel 9 van de wet van 8 juli 2011, geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het aan de buitenlandse onderdaan die overeenkomstig artikel 1476, § 1, van het Burgerlijk Wetboek een wettelijke samenwoning is aangegaan, ...[+++]

In seinem Entscheid Nr. 43/2015 vom 26. März 2015 hat der Gerichtshof geurteilt, dass Artikel 40bis § 2 Absatz 1 Nr. 2 Absatz 2 Buchstabe a) des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, ersetzt durch Artikel 8 des Gesetzes vom 8. Juli 2011, in Verbindung mit Artikel 40ter des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, ersetzt durch Artikel 9 des Gesetzes vom 8. Juli 2011, keinen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, darstellt, insofern er den nichtbelgischen Staatsangehörigen, der ein gesetzliches Zusammenwohnen gemäß Artikel 1476 § 1 des Zivilgesetzbuch ...[+++]


Moerman, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest nr. 120.742 van 17 maart 2014 in zake Edna Nyamoita Onsongo tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 april 2014, heeft de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 40bis, § 2, 2°, van de wet van 15 december 1980, in samenhang gelezen met artikel 40ter van diezelfde wet, de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwe ...[+++]

Moerman, F. Daoût und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid Nr. 120. 742 vom 17. März 2014 in Sachen Edna Nyamoita Onsongo gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 3. April 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Rat für Ausländerstreitsachen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 40bis § 2 Nr. 2 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 in Verbindung mit Artikel 40ter desselben Gesetzes gegen die Artikel 10, 11 und 191 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtsk ...[+++]


Evenwel dient te worden opgemerkt dat de omstandigheid dat de kamer van beroep niet alle argumenten van een partij en alle door haar overgelegde bewijzen heeft vermeld, of niet op elk van deze argumenten of bewijzen heeft geantwoord, op zich niet volstaat voor de vaststelling dat de kamer van beroep heeft geweigerd deze in aanmerking te nemen [arrest van 9 december 2010, Tresplain Investments/BHIM – Hoo Hing (Golden Elephant Brand), T‑303/08, Jurispr., EU:T:2010:505, punt 46].

Allein daraus, dass die Beschwerdekammer nicht sämtliche Argumente oder Beweise eines Beteiligten wiedergegeben oder beantwortet hat, kann aber nicht geschlossen werden, dass die Beschwerdekammer es abgelehnt hätte, sie zu berücksichtigen (Urteil vom 9. Dezember 2010, Tresplain Investments/HABM – Hoo Hing [Golden Elephant Brand], T‑303/08, Slg, EU:T:2010:505, Rn. 46).


54. Niets belet de betrokken belastingautoriteiten immers, van de belastingplichtige de bewijzen te verlangen die zij noodzakelijk achten voor de correcte vaststelling van de betrokken belastingen, en in voorkomend geval de gevraagde vrijstelling te weigeren wanneer deze bewijzen niet worden geleverd (zie met name arrest van 11 oktober 2007, ELISA, C-451/05, Jurispr. blz. I-8251, punt 95 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

54. Die zuständigen Steuerbehörden wären nämlich durch nichts daran gehindert, von den Steuerpflichtigen die Nachweise zu verlangen, die sie für die zutreffende Festsetzung der betreffenden Steuern als erforderlich ansehen, und gegebenenfalls bei Nichtvorlage dieser Nachweise die beantragte Steuerbefreiung zu verweigern (vgl. insbesondere Urteil vom 11. Oktober 2007, ELISA, C-451/05, Slg. 2007, I-8251, Randnr. 95 und die dort angeführte Rechtsprechung).


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Het betreft hier een ander criterium dan het Gerecht heeft ontwikkeld in zijn rechtspraak, namelijk dat de maatregelen tot organisatie van de procesgang (voorzien in artikel 64 van het Reglement voor de procesvoering) tot doel hebben het goede verloop van de schriftelijke en mondelinge behandeling te verzekeren en de bewijsvoering te vergemakkelijken, alsmede de punten te bepalen, ten aanzien waarvan partijen hun betoog moeten aanvullen, of die instructie behoeven, terwijl de maatregelen van instructie (voorzien in de artikelen 65‑67 van het Reglement voor de procesvoering) tot doel hebben de juistheid van de door een partij ter ondersteuning van haar middelen aangevoerde feiten te bewijzen ...[+++]

Dies ist ein anderes Kriterium als das, das das Gericht in seiner Rechtsprechung herausgearbeitet hat, wonach prozessleitende Maßnahmen (gemäß Art. 64 der Verfahrensordnung) zum Ziel haben, den ordnungsgemäßen Ablauf des schriftlichen Verfahrens oder der mündlichen Verhandlung zu gewährleisten, die Beweiserhebung zu erleichtern und die Punkte zu bestimmen, zu denen die Parteien ihr Vorbringen ergänzen sollen oder die eine Beweisaufnahme erfordern, während es die Beweisaufnahme (gemäß den Art. 65 bis 67 der Verfahrensordnung) ermöglichen soll, die Richtigkeit der von einer Partei zur Stützung ihres ...[+++]


Volgens de recente rechtspraak van het Hof van Cassatie (met name een arrest van 3 februari 2003) moet het tegendeel van het in artikel 22ter van de voornoemde wet van 27 juni 1969 gestelde vermoeden dat de werknemers hun arbeid hebben verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid, worden aangebracht door de werkgever en bestaat het erin te bewijzen dat de deeltijdse werknemers geen voltijdse arbeid hebben verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid.

In der jüngeren Rechtsprechung des Kassationshofes (insbesondere ein Urteil vom 3. Februar 2003) wird davon ausgegangen, dass der Gegenbeweis zu der durch Artikel 22ter des vorerwähnten Gesetzes vom 27. Juni 1969 eingeführten Vermutung, wonach die Arbeitnehmer ihre Arbeit im Rahmen eines Vollzeitvertrags verrichtet haben, durch den Arbeitgeber erbracht werden muss und in dem Nachweis besteht, dass die Teilzeitarbeitnehmer keine Vollzeitarbeit im Rahmen eines Vollzeitarbeitsvertrags verrichtet haben.


Bij zijn arrest nr. 202/2004 had het Hof een middel verworpen dat was afgeleid uit de schending van de bij de artikelen 12, tweede lid, 15 en 22 van de Grondwet gewaarborgde rechten, omdat de bijzondere onderzoeksmethoden die het voorwerp uitmaken van artikel 47ter van het Wetboek van strafvordering kunnen worden aangewend « uitsluitend met het doel gepleegde of nog te plegen misdaden of wanbedrijven op te sporen, de bewijzen ervan te verzamelen en de daders ervan te identificeren en te vervolgen » (B.3.2).

In seinem Urteil Nr. 202/2004 hat der Hof einen Klagegrund abgewiesen, der aus einem Verstoss gegen die durch die Artikel 12 Absatz 2, 15 und 22 der Verfassung gewährleisteten Rechte abgeleitet war, da die besonderen Untersuchungsmethoden, die den Gegenstand von Artikel 47ter des Strafprozessgesetzbuches bilden, « ausschliesslich mit dem Ziel, begangene oder zukünftige Verbrechen oder Vergehen aufzuspüren, deren Beweise zu sammeln sowie deren Urheber zu identifizieren oder zu verfolgen » angewandt werden können (B.3.2).


58 Door in punt 58 van het bestreden arrest te oordelen dat de kamer van beroep geen concrete bewijzen van het bestaan van met het aangevraagde merk overeenstemmende bestaande verpakkingen diende te geven, en door het bestreden arrest te baseren op stellingen waaromtrent rekwirante geen standpunt heeft kunnen innemen, heeft het Gerecht derhalve artikel 73 van verordening nr. 40/94 geschonden.

58 Das Gericht habe somit gegen Artikel 73 der Verordnung Nr. 40/94 zum einen dadurch verstoßen, dass es in Randnummer 58 des angefochtenen Urteils entschieden habe, dass die Beschwerdekammer keine konkreten Beweise für die Existenz ähnlicher Verpackungen wie die Anmeldemarke habe anführen müssen, und zum anderen dadurch, dass es sein Urteil auf Annahmen gestützt habe, zu denen die Rechtsmittelführerin sich nicht habe äußern können.


68 In de eerste plaats heeft het Gerecht van een onjuiste rechtsopvatting blijk gegeven door in de punten 83 en 84 van het bestreden arrest te oordelen dat de verkoopcijfers betreffende de door het aangevraagde merk aangeduide waren en de reclamekosten voor dit merk niet bewijzen dat dit merk door het gebruik dat ervan is gemaakt, onderscheidend vermogen heeft verkregen, bij gebreke van informatie over het aandeel van de markt voor snoepgoed respectievelijk het aandeel in de reclame-uitgaven voor deze markt dat dit cijfermateriaal ver ...[+++]

68 Erstens habe das Gericht in den Randnummern 83 und 84 des angefochtenen Urteils rechtsfehlerhaft festgestellt, dass die Zahlen zur Menge der unter der Anmeldemarke verkauften Produkte und zu den Werbeausgaben für diese Marke deren Verkehrsdurchsetzung deshalb nicht bewiesen, weil Angaben darüber fehlten, welchem Anteil am Süßwarenmarkt und an den Gesamtwerbeausgaben für diesen Markt diese Zahlen entsprächen.


De uitkering van de steun aan AEP wordt echter opgeschort totdat Italië bewijzen kan overleggen dat de bij Beschikking 2003/193/EG onrechtmatig verklaarde en als onverenigbaar aangemerkte steun door ACEA is terugbetaald, op grond van het Deggendorf-arrest,

Die Zahlung der Beihilfe an AEP wird allerdings ausgesetzt, bis Italien einen Nachweis dafür erbringt, das ACEA die Beihilfe, die durch die Entscheidung 2003/193/EG in Einklang mit der Deggendorf-Rechtsprechung für rechtswidrig und unvereinbar erklärt wurde, zurückgezahlt hat —


w