"De autoriteiten die bevoegd zijn voor het toezicht op dochterondernemingen van een EU-moederkredietinstelling, een financiële EU-moederholding of een gemengde financiële EU-moederholding, en de bevoegde autoriteiten van een lidstaat van ontvangs
t waar significante bijkantoren als bedoeld in artikel 42 bis zijn gevestigd,
eventueel centrale banken, alsook in voorkomend geval en onverminderd geheimhoudingsvereisten die naar het oordeel van alle bevoegde autoriteiten gelijkwaardig zijn met de vereisten in het kader van hoofdstuk 1, afde
...[+++]ling 2, de bevoegde autoriteiten van derde landen kunnen deelnemen aan colleges van toezichthouders".
„Die für die Beaufsichtigung von Tochtergesellschaften eines EU-Mutterkreditinstituts, einer EU-Mutterfinanzholdinggesellschaft oder einer gemischten EU-Mutterfinanzholdinggesellschaft zuständigen Behörden und die zuständigen Behörden eines Aufnahmemitgliedstaats, in dem bedeutende Zweigniederlassungen im Sinne von Artikel 42a errichtet wurden, sowie gegebenenfalls Zentralbanken und die zuständigen Behörden von Drittländern, sofern diese Geheimhaltungsvorschriften unterliegen, die nach Auffassung aller zuständigen Behörden den Vorschriften nach Kapitel 1 Abschnitt 2 gleichwertig sind, können an Aufsichtskollegien teilnehmen.“