3. De lidstaten kunnen eisen dat de aanvrager documentatie overlegt waaruit blijkt dat de onderdaan van het derde land voldoet aan de bij het nationale recht vastgestelde voorwaarden voor het uitoefenen van het in de arbeidsovereenkomst of het bindend werkaanbod vermelde gereglementeerde beroep in de zin van Richtlijn 2005/36/EG.
3. Die Mitgliedstaaten können verlangen, dass der Antragsteller Unterlagen vorlegt, die bescheinigen, dass der Drittstaatsangehörige die nach den nationalen Rechtsvorschriften geltenden Voraussetzungen für die Ausübung des in dem Arbeitsvertrag oder dem verbindlichen Beschäftigungsangebot angegebenen reglementierten Berufs im Sinne der Richtlinie 2005/36/EG erfüllt.