4. benadrukt dat er meer moet worden gedaan aan het voorkomen van storten van bioafval; merkt in dit verband op dat bioafval kan bijdragen tot de verwezenlijking van het EU-streefcijfer van minimum 20% hernieuwbare energie tegen 2020 en ook van het streefcijfer van de EU-richtlijn betreffende brandstofkwaliteit; herinnert eraan dat de richtlijn betreffende hernieuwbare energiebronnen een lans breekt voor het gebruik van alle soorten biomassa als hernieuwbare energiebron, inclusief bioafval voor energiedoeleinden, en dat biobrandstoffen uit afval dubbel tellen voor het streefcijfer van 10 % hernieuwbare energie in het vervoer; verzoekt de lidstaten daarom energiet
erugwinning uit het biologisch afbreekbare deel ...[+++] van afval in overweging te nemen in hun nationale wetgeving als onderdeel van een geïntegreerd afvalhiërarchiebeleid en dringt erop aan dat zij ideeën voor beste praktijken uitwisselen; 4. betont, dass dafür gesorgt werden muss, dass weniger Bioabfälle auf Deponien verbracht w
erden und stellt in diesem Zusammenhang fest, dass Bioabfälle einen Beitrag zur Erreichung des von der EU angestrebten Anteils von 20 % erneuerbarer Energieträger bis 2020 und zu den in der EU-Richtlinie über Kraftstoffqualität gesetzten Zielen leisten können; erinnert daran, dass durch die Richtlinie über erneuerbare Energiequellen die Verwendung aller Arten von Biomasse, einschließlich Bioabfall zur Energiegewinnung, als erneuerbare Energiequelle, unterstützt wird, und dass aus Abfall hergestellte Biokraftstoffe in Bezug auf das Ziel, im Verkehr
...[+++]ssektor 10 % des Energiebedarfs aus erneuerbaren Quellen zu decken, doppelt angerechnet werden; fordert daher die Mitgliedstaaten auf, die Energierückgewinnung aus den biologisch abbaubaren Bestandteilen von Abfall als Teil einer politisch vereinbarten integrierten Abfallhierarchie in ihrer nationalen Gesetzgebung zu berücksichtigen, und ruft sie nachdrücklich dazu auf, bewährte Verfahren auszutauschen;