De verbrandingsinstallaties worden zo geëxploiteerd, dat een verbrandingsniveau wordt bereikt waarbij de totale hoeveelheid organische koolstof (TOC) na aftrek van de hoeveelheid elementaire koolstof in de slakken en de bodemas minder bedraagt dan 3%, of hun gloeiverlies minder bedraagt dan 5%, van het droge gewicht van het materiaal.
Verbrennungsanlagen müssen so betrieben werden, daß mit dem erzielten Verbrennungsgrad in der Schlacke und Rostasche ein Gehalt an organisch gebundenem Gesamtkohlenstoff (TOC), abzüglich des Gehalts an reinem Kohlenstoff, von weniger als 3 % oder ein Glühverlust von weniger als 5 % des Trockengewichts des verbrannten Stoffes eingehalten wird.