Uit de uiteenzetting van het verzoekschrift blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 4 van de wet van 22 juli 2009 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 9 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens - dat de vrijheid van geweten en de vrijheid om zijn godsdienst of overtuiging te belijden, waarborgt -, in zoverre de bestreden bepaling een persoon die, met name om religieuze redenen, actie voert tegen d
e productie van agrobrandstoffen, ertoe zou verplichten de brandstoftank van zijn voertuig te vullen met e
en brandstof die is ...[+++]vermengd met de in de wet van 22 juli 2009 beoogde biobrandstoffen.Aus der in der Klageschrift enthaltenen Darlegung geht hervor, dass der Hof gebeten wird, sich zur Vereinbarkeit von Artikel 4 des Gesetzes vom 22. Juli 2009 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 9 der Europäischen Menschenrechtskonvention - der die Gewissensfreiheit und die Religions- oder Bekenntnisfreiheit gewährleiste - zu äussern, insofern die angefochtene Bestimmung eine Person, die, insbesondere aus religiösen Gründen, gegen die
Produktion von Agrarkraftstoffen kämpfe, zwingen würde, den Kraftstofftank ihres Fahrzeugs mit Krafts
toff zu füllen, dem Biokraftstoffe ...[+++] im Sinne des Gesetzes vom 22. Juli 2009 beigemischt seien.