Als u artikel 104 van het Verdrag nog eens naleest, zult u zien dat de Raad, wanneer de Europese Commissie hem gewezen heeft op een naar haar oordeel buitensporig tekort van een bepaald land, ruimschoots bevoegd is om na een globale beoordeling, een overall assessment – zoals gesteld in artikel 104, lid 6 van het Verdrag – te beslissen “of er sprake is van een buitensporig tekort”.
Aber wenn Sie nochmals Artikel 104 des Vertrags lesen, werden Sie sehen, dass der Rat, nachdem ihm die Europäische Kommission angezeigt hat, dass nach ihrer Auffassung in einem bestimmten Land ein übermäßiges Defizit besteht, alle Vollmachten hat, nach Prüfung der Gesamtlage – Artikel 104 Absatz 6 des Vertrags – zu entscheiden, „ob ein übermäßiges Defizit besteht“.