« Schendt de gecombineerde toepassing van het nieuwe artikel 301, § 4,
eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek en van artikel 42, § 5, eerste en tweede lid, van de wet van 27 april 2007 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij tot gevolg heeft dat de in artikel 301, § 4, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek bedoelde termijn een aanvang neemt op de datum van de inwerking
treding van de wet, namelijk op 1 september 2007, voor de uitkeringen tot levensonderhoud die zijn vastgesteld b
...[+++]ij een vonnis dat aan die inwerkingtreding voorafgaat, terwijl de termijn voor de vóór die datum aangevraagde maar niet vastgestelde uitkeringen tot levensonderhoud een aanvang zou kunnen nemen op de datum van de ontbinding van het huwelijk ?
« Verstösst die kombinierte Anwendung des neuen Artikels 301 § 4 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches und des Artikels 42 § 5 Absätze 1 und 2 des Gesetzes vom 27. April 2007 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie dazu führt, dass die in Artikel 301 § 4 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches vorgesehene Frist am Datum des Inkrafttretens des Gesetzes, das heisst am 1. September 2007, einsetzt, was den Unterhalt betrifft, der in einem diesem Inkrafttreten vorangehenden Urteil festgesetzt wurde, während die Frist für den vor diesem Datum beantragten, aber noch nicht festgesetzten Unterhalt am Datum der Auflösung der Ehe einsetzen könnte?