Vertaling van "c-411 10 en c-493 " (Nederlands → Duits) :

Zie in het kader van het immigratie- en asielrecht bijvoorbeeld arrest van 21 december 2011, N.S (C‑411/10 en C‑493/10, EU:C:2011:865).
B. Urteil vom 21. Dezember 2011, N.S (C‑411/10 und C‑493/10, EU:C:2011:865).

Arresten van 21 december 2011, N.S (C‑411/10 en C‑493/10, EU:C:2011:865, punten 80‑82), en 5 april 2016, Aranyosi en Căldăraru (C‑404/15 en C‑659/15 PPU, EU:C:2016:198, punten 82 en 83).
Urteile vom 21. Dezember 2011, N.S (C‑411/10 und C‑493/10, EU:C:2011:865, Rn. 80 bis 82), und vom 5. April 2016, Aranyosi und Căldăraru (C‑404/15 und C‑659/15 PPU, EU:C:2016:198, Rn. 82 und 83).

[38] Arresten van het Gerecht van 6.9.2013 in de gevoegde zaken T-35/10 en T-7/11, Bank Melli Iran; zaak T-493/10 Persia International Bank plc; gevoegde zaken T-4/11 en T-5/11, Export Development Bank of Iran; zaak T-12/11, Iran Insurance Company; zaak T-13/11, Post Bank Iran; zaak T-24/11, Bank Refah Kargaran; zaak T-434/11, Europäisch-Iranische Handelsbank AG; gevoegde zaken T-42/12 en T-181/12, Naser Bateni; zaak T-57/12, Good Luck Shipping, en zaak T-110/12, Iranian Offshore Engineering Construction Co./Raad.
[38] Urteile des Gerichts vom 6. September 2013, Bank Melli Iran, T‑35/10 und T‑7/11; Persia International Bank plc, T‑493/10; Export Development Bank of Iran, T‑4/11 und T‑5/11; Iran Insurance Company, T‑12/11; Post Bank Iran, T‑13/11; Bank Refah Kargaran, T‑24/11; Europäisch-Iranische Handelsbank AG, T‑434/11; Naser Bateni, T‑42/12 und T‑181/12; Good Luck Shipping, T‑57/12; Iranian Offshore Engineering Construction Co./Council, T‑110/12.

H. overwegende dat het Hof van Justitie van de Europese Unie in de gevoegde zaken C-411/10 en C-493/10 heeft benadrukt dat een dergelijke veronderstelling van naleving van de grondrechten weerlegbaar moet zijn en dat rechters derhalve moeten controleren of er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat het rechtsstelsel van de andere lidstaten systemische tekortkomingen bevat;
H. in der Erwägung, dass der Gerichtshof der Europäischen Union in den verbundenen Rechtssachen C-411/10 und C-493/10 hervorgehoben hat, dass eine solche Rechtsvermutung der Einhaltung der Grundrechte widerlegbar sein muss und dass die Gerichte daher prüfen müssen, ob es stichhaltige Gründe für die Annahme gibt, dass systemische Mängel im Rechtssystem der anderen Mitgliedstaaten vorhanden sind;

[11] HvJEU, gevoegde zaken C-411/10 en C-493/10, NS/Secretary of State for the Home Department, 21.12.2011.
[11] Urteil des Gerichtshofs vom 21. Dezember 2011, NS/Secretary of State for the Home Department, C‑411/10 und C‑493/10.

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van Richtlijn 2004/81/EG betreffende de verblijfstitel die in ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen die het slachtoffer zijn van mensenhandel of hulp hebben gekregen bij illegale immigratie (COM(2010) 493 def. van 15.10.2010).
Bericht der Kommission an das Europäische Parlament und den Rat über die Anwendung der Richtlinie 2004/81/EG über die Erteilung von Aufenthaltstiteln für Drittstaatsangehörige, die Opfer des Menschenhandels sind oder denen Beihilfe zur illegalen Einwanderung geleistet wurde und die mit den zuständigen Behörden kooperieren (KOM(2010) 493 endgültig vom 15.10.2010).

Wij staan dus vierkant achter de verzoeken die in paragraaf 8 en 10 van de ontwerp-resolutie geformuleerd zijn. Daarin wordt respectievelijk gewezen op de noodzaak om de inspecties op producten uit derde landen op te voeren – wat overigens ook al bepaald wordt in richtlijn 91/493/EEG - en op de noodzaak om communautaire referentielaboratoria op te zetten, teneinde de voedselkwaliteit en voedselveiligheid van de consumenten te beschermen tegen “piraterij”.
Die in den Ziffern 8 und 10 des Entschließungsantrags enthaltenen Forderungen nach einer Intensivierung der Inspektionen von Erzeugnissen aus Drittländern – wie sie im Übrigen bereits in der Richtlinie 493/91/EWG vorgesehen sind – bzw. nach der notwendigen Einrichtung eines Netzes von Referenzlabors auf Gemeinschaftsebene zur Gewährleistung der Qualität, der Unbedenklichkeit von Verarbeitungserzeugnissen und des Verbraucherschutzes werden deshalb von uns unterstützt und nachdrücklich bekräftigt.

Uit de meest recente gegevens over het gebruik van antibiotica blijkt dat in 1997 in de Europese Unie 10 493 ton antibiotica zijn verbruikt, waarvan 52% in de menselijke geneeskunde en 48% bij dieren (33 procentpunt in de diergeneeskunde en 15 procentpunt als groeibevorderaar).
Die jüngsten Daten über die Verwendung von Antibiotika belegen, dass 1997 in der Europäischen Union 10 493 Tonnen Antibiotika verbraucht wurden, davon waren 52% für Menschen und 48% für Tiere bestimmt (davon 33% in der Veterinärmedizin und 15% als Wachstumsförderer).