ii)de ISO-landcode van het gebied of derde land van afgifte, gevolgd door een unieke alfanumerieke code („nummer” genoemd in het model voor het paspoort dat wordt beschreven in deel 3), moet onderaan worden gedrukt.
ii)der ISO-Ländercode des ausstellenden Gebiets oder Drittlandes, gefolgt von einem einmaligen alphanumerischen Code (im Ausweismuster in Teil 3 als „Nummer“ bezeichnet), muss am unteren Ende aufgedruckt sein.