- het “concurrentievermogen” mag geen surrogaat zijn voor convergentie van lidstaten en regio’s die te kampen hebben met een achterstand in sociaaleconomische ontwikkeling. Daarom mogen het cohesiebeleid en de daarvoor uitgetrokken financiële middelen niet ondergeschikt worden gemaakt aan de door de “Lissabonstrategie” bepleite concurrentie en liberalisering.
- Die Wettbewerbsfähigkeit in den Mitgliedstaaten und Regionen, die in ihrer sozioökonomischen Entwicklung hinterherhinken, darf kein Ersatz für Konvergenz sein, und die Kohäsionspolitik und die zugehörigen finanziellen Ressourcen dürfen nicht dem Wettbewerb und der Liberalisierung, die von der Lissabon-Strategie verteidigt werden, untergeordnet werden.