22. herhaalt zijn standpunt dat moet worden voldaan aan de collectieve doelstelling om tegen 2015 0,7% van het bruto nationaal inkomen (BNI) van de Unie aan ODA te besteden; dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan nieuwe bronnen voor ontwikkelingsmiddelen te vinden, zoals een belasting op financiële transacties op wereldniveau, financieringen door de particuliere sector en marktgerichte oplossingen; is gekant tegen elke wijziging of verruiming van de definitie van ODA, zoals vastgelegd door de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de OESO;
22. bekräftigt erneut seinen Standpunkt, dass das gemeinsame Ziel, bis zum Jahr 2015 0,7 % des Bruttonationaleinkommens der EU der ODA zu widmen, erreicht werden muss; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten dringend auf, neue Finanzierungsquellen für die Entwicklungshilfe zu finden, wie etwa eine weltweite Finanztransaktionssteuer, private Finanzierungen und marktorientierte Lösungen; lehnt jegliche Änderung oder Ausweitung der vom OECD-Entwicklungshilfeausschuss festgelegten Definition der ODA ab;