3. Voor de toepassing van lid 1, onder e), wordt onder "rechtspersonen" verstaan een vennootschap in de zin van artikel 48, tweede alinea, van het Verdrag, een Europese naamloze vennootschap als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2001/2157 van de Raad (hierna "Europese vennootschap" genoemd), een Europese coöperatieve vennootschap als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad, een Europees economisch samenwerkingsverband als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad en een SPE.
3. Für die Zwecke des Absatzes 1 Buchstabe e sind „juristische Personen“ alle Gesellschaften im Sinne von Artikel 48 Absatz 2 EG-Vertrag, Europäische Aktiengesellschaften im Sinne der Verordnung (EG) Nr. 2001/2157 des Rates, nachstehend „Europäische Gesellschaft“, Europäische Genossenschaften im Sinne der Verordnung (EG) Nr. 1435/2003 des Rates, Europäische wirtschaftliche Interessenvereinigungen im Sinne der Verordnung (EWG) des Rates Nr. 2137/85 und SPEs.