21. wijst erop dat een uitgebreide preventiestrategie van de EU ook ten volle gebruik moet maken van het buitenlands beleid om eerbiediging van de mensenrechten, democratie, vrijheid van godsdienst en goed bestuur te bevorderen en om conflicten te voorkomen en op te lossen teneinde de ruimte voor extremistische propaganda te verkleinen;
21. weist darauf hin, dass bei einer umfassenden EU-Präventionsstrategie auch die EU-Außenpolitik umfassend genutzt werden muss, um die Achtung der Menschenrechte, der Demokratie, der Religionsfreiheit und der verantwortungsbewussten Regierungsführung zu fördern sowie um Konflikte zu verhindern bzw. zu lösen, damit der Raum für extremistische Propaganda verringert wird;