29. verzoekt de lidstaten om in de context van hun maatregelen om het gezin als instelling te bevorderen, de sociale, economische en opvoedende waarde van informeel gezinswerk zoals zorg voor kinderen en hulpbehoevenden te erkennen en tegelijkertijd de mogelijkheid te onderzoeken van erkenning van dienstjaren, sociale zekerheid en pensioenrechten voor hen die zulk informeel werk verrichten;
29. fordert die Mitgliedstaaten auf, im Rahmen ihrer Maßnahmen zur Förderung der Institution Familie den sozialen, wirtschaftlichen und erzieherischen Wert der informellen Familienarbeit in Form der Betreuung von Kindern und pflegebedürftiger Personen anzuerkennen und die Möglichkeit zu prüfen, die entsprechende Berufserfahrung sowie Sozialversicherungs- und Rentenansprüche für diejenigen Personen, die diese informelle Arbeit ausüben, anzuerkennen;