De verdeling van de winsten en de toewijzing aan de reserves van de NBB vanaf het boekjaar 2009 overeenkomstig de bestreden wet van 3 april 2009, brengen geen onteigening of een onverantwoorde inmenging mee in het recht op ongestoord genot van eigendom van de verzoekende partijen als particuliere aandeelhouders van de NBB, zoals gewaarborgd bij artikel 16 van de Grondwet en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, al dan niet in samenhang gelezen met artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Die Verteilung der Gewinne und die Zuteilung an die Rücklagen der BNB ab dem Geschäftsjahr 2009 gemäss dem angefochtenen Gesetz vom 3. April 2009 haben keine Enteignung oder ungerechtfertigte Einmischung in das Recht auf Achtung des Eigentums für die klagenden Parteien als Privataktionäre der BNB, so wie es durch Artikel 16 der Verfassung und Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gewährleistet wird, zur Folge.