Tijdens de nacht die voorafging aan 21 maart heerste er een hoge luchtdruk, was het windstil, trad er weinig convectie op en bevond er zich een warme luchtlaag op ongeveer 600 m hoogte, waardoor verticale dispersie van de verontreinigende stoffen werd verhinderd.
In der Nacht vor dem 21. März herrschten antizyklonale Wetterbedingungen, d. h. kein Wind, nur wenig Konvektion und warme Luftmassen in einer Höhe von 600 m, wodurch eine vertikale Verteilung der Schadstoffe verhindert wurde.