In het belang van de bestrijding van cybercriminaliteit dient elke lidstaat te zorgen voor doeltreffende justitiële samenwerking met betrekking tot strafbare feiten op grond van gedragingen zoals bedoeld in de artikelen 2, 3, 4 en 5.
Zum Zwecke der besseren Bekämpfung der Cyber-Kriminalität sollte jeder Mitgliedstaat eine wirksame justizielle Zusammenarbeit bei Straftaten, die auf den in den Artikeln 2, 3, 4 und 5 beschriebenen Vorgehensweisen beruhen, gewährleisten.