Op grond van de bestaande communautaire wetgeving mogen onderdanen van derde landen die in het bezit zijn van een visum voor verblijf van langere duur (visum voor een verblijf langer dan drie maanden) gedurende hun verblijf niet naar een andere lidstaat reizen of door een andere lidstaat reizen bij terugkeer naar hun land van oorsprong, daar dat niet geregeld is in de Schengenovereenkomst.
Gemäß des gegenwärtig existierenden Gemeinschaftsrechts, sind Staatsangehörige von Drittstaaten, die ein Langzeitvisum (ein Visum für einen Aufenthalt von mehr als drei Monaten) besitzen, nicht dazu berechtigt, während ihres Aufenthalts andere Mitgliedstaaten zu bereisen oder durch andere Mitgliedstaaten zu reisen, wenn sie in ihr Herkunftsland zurückkehren, da das Schengener Abkommen dies nicht vorsieht.