De drie juridische diensten waren in dat opzicht ook gezamenlijk van mening dat de wetgever, als onderdeel van de herschikking, een bevoegdheidsdelegatie kan vaststellen met betrekking tot de punten a), b) en c) van artike
l 42, of ervoor kan kiezen zijn bevoegdheden met betrekking tot een of meer van deze punten niet aan de Commiss
ie te delegeren (en daarmee de gewone wetgevingsprocedure van toepassing te verklaren op de genoemde wijzigingen), of om uitvoeringsbevoegdheden te verlenen aan deze instelling of aan de Raad overeenkomstig
...[+++]artikel 291 VWEU en Verordening (EU) nr. 182/2011.
In dieser Hinsicht bestand bei den drei Juristischen Diensten auch Einmütigkeit darüber, dass der Gesetzgeber im Rahmen des Neufassungsverfahrens in Bezug auf Artikel 42 Buchstabe (a), (b) und (c) entweder beschließen könne, eine Befugnisübertragung an die Kommission vorzunehmen, oder aber dies nicht zu tun (und dadurch die betreffenden Änderungen dem ordentlichen Gesetzgebungsverfahren zu unterwerfen), bzw. entweder dem genannten Organ oder aber dem Rat gemäß Artikel 291 AEUV und gemäß der Verordnung (EU) Nr. 182/2011 Durchführungsbefugnisse zu übertragen.