Het voorzitterschap stelt, daarin bijgestaan door het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie, een vragenlijst op voor de evaluatie van alle lidstaten in het kader van het overeenkomstig artikel 2, lid 1, nader bepaalde gebied, en legt die ter goedkeuring voor aan het Comité van artikel 36 of aan de daartoe aangewezen werkgroep.
Der Vorsitz arbeitet mit Unterstützung des Generalsekretariats des Rates und der Kommission einen Fragebogen für die Begutachtung aller Mitgliedstaaten im Rahmen des nach Artikel 2 Absatz 1 festgelegten Gegenstands aus und legt ihn dem Ausschuss "Artikel 36" oder der jeweils benannten Arbeitsgruppe zur Billigung vor.