De totale meetduur per monster bedraagt ten minste 2 × 100 minuten, waarbij het doormeten van het afzonderlijke monster in deelstappen van telkens 100 minuten geschiedt, zodat een eventuele drift van de apparatuur of een andere storing kan worden opgemerkt (Een cyclus omvat derhalve per monster telkens een meetinterval van 100 minuten).
Die Gesamtmesszeit pro Probe beträgt mindestens 2 × 100 Minuten, wobei die Vermessung der einzelnen Probe in Teilschritten von jeweils 100 Minuten vorzunehmen ist, um eine eventuell vorhandene Gerätedrift oder anderweitige Störung erkennen zu können (Ein Zyklus umfasst demnach pro Probe jeweils ein Messintervall von 100 Minuten).