Vertaling van "defensiebeleid moeten bevorderen " (Nederlands → Duits) :

H. overwegende dat de EU-instellingen actiever moeten worden in het veiligheids- en defensiebeleid en de uitvoering van alle in de Verdragen verankerde bepalingen inzake het veiligheids- en defensiebeleid moeten bevorderen, met inbegrip van de bepalingen over de bijzondere rol van de NAVO met betrekking tot de Europese en trans-Atlantische veiligheid en defensie; overwegende dat de EU-instellingen alle lidstaten moeten ondersteunen bij hun inspanningen om die bepalingen volledig uit te voeren;
H. in der Erwägung, dass die EU-Institutionen in der Sicherheits- und Verteidigungspolitik aktiver werden und die Umsetzung aller in den Verträgen vorgesehenen sicherheits- und verteidigungspolitischen Maßnahmen fördern müssen – auch Maßnahmen, bei denen es um die besondere Rolle der NATO in der europäischen und der transatlantischen Sicherheits- und Verteidigungspolitik geht; in der Erwägung, dass die EU-Institutionen die Mitgliedstaaten in ihrem Bemühen um die uneingeschränkte Umsetzung dieser Bestimmungen unterstützen müssen;

H. overwegende dat de EU-instellingen actiever moeten worden in het veiligheids- en defensiebeleid en de uitvoering van alle in de Verdragen verankerde bepalingen inzake het veiligheids- en defensiebeleid moeten bevorderen, met inbegrip van de bepalingen over de bijzondere rol van de NAVO met betrekking tot de Europese en trans-Atlantische veiligheid en defensie; overwegende dat de EU-instellingen alle lidstaten moeten ondersteunen bij hun inspanningen om die bepalingen volledig uit te voeren;
H. in der Erwägung, dass die EU-Institutionen in der Sicherheits- und Verteidigungspolitik stärker aktiv werden und sich für die Umsetzung aller in den Verträgen vorgesehenen sicherheits- und verteidigungspolitischen Maßnahmen einsetzen müssen, und zwar auch von Maßnahmen, bei denen es um die besondere Rolle der NATO in der europäischen und der transatlantischen Sicherheits- und Verteidigungspolitik geht; in der Erwägung, dass die EU-Institutionen die Mitgliedstaaten in ihrem Bemühen um die uneingeschränkte Umsetzung dieser Bestimmungen unterstützen müssen;

J. overwegende dat de EU-instellingen actiever moeten worden in het veiligheids- en defensiebeleid en de uitvoering van alle in de Verdragen verankerde bepalingen inzake het veiligheids- en defensiebeleid moeten bevorderen, met inbegrip van de bepalingen over de bijzondere rol van de NAVO met betrekking tot de Europese en trans-Atlantische veiligheid en defensie; overwegende dat het strategische partnerschap tussen de EU en de NAVO moet worden versterkt; overwegende dat de EU-instellingen alle lidstaten moeten ondersteunen bij hun inspanningen om die bepalingen volledig uit te voeren;
J. in der Erwägung, dass die EU-Institutionen in der Sicherheits- und Verteidigungspolitik aktiver werden und die Umsetzung aller in den Verträgen vorgesehenen sicherheits- und verteidigungspolitischen Maßnahmen fördern müssen – auch Maßnahmen, bei denen es um die besondere Rolle der NATO in der europäischen und der transatlantischen Sicherheits- und Verteidigungspolitik geht; in der Erwägung, dass die strategische Partnerschaft zwischen der EU und der NATO verstärkt werden sollte; in der Erwägung, dass die EU-Institutionen die Mitgliedstaaten in ihrem Bemühen um die uneingeschränkte Umsetzung dieser Bestimmungen unterstützen müssen;

18. onderstreept het essentiële belang van de gemeenschappelijke defensie die de NAVO ten behoeve van haar leden garandeert; dringt er bij de lidstaten op aan hun vermogen om tot de territoriale verdediging bij te dragen met spoed te vergroten, hiervoor meer middelen beschikbaar te stellen en de methode van het bundelen en delen serieus te nemen door nauwer samen te werken om synergie te creëren; beklemtoont dat alle lidstaten dezelfde mate van veiligheid moet worden geboden in overeenstemming met artikel 42, lid 7, VEU; benadrukt dat een geloofwaardig buitenlands beleid van de EU moet worden onderbouwd door adequate defensiecapaciteiten van de lidstaten en een doeltreffend gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB); is van opvatting dat het GVDB een belangrijk onderdeel van de Europese defensie en veiligheid vormt en daartoe op tal van wijzen bijdraagt, o.a. door de totstandbrenging van een Europese technologische en industriële basis voor defensie (EDTIB) te bevorderen, de samenwerking bij de ontwikkeling van defensiecapaciteiten te stimuleren en rechtstreeks op te treden in crisisgebieden door middel van civiele missies en militaire operaties; beklemtoont daarom dat het GVDB in samenwerking met de NAVO verder moet worden verdiept; herhaalt dat de EU een partner van de NAVO is en dat de strategieën van beide organisaties elkaar moeten aanvullen; onderstreept de belangrijke rol van samenwerking op het gebied van veiligheid en defensie tussen de EU en haar partners, waaronder de VN, de NAVO, de Afrikaanse Unie en de OVSE; is verheugd over de toezegging van de HV/VV om zich actief in te zetten op het gebied van defensie, onder meer door het voorzitterschap te bekleden van vergaderingen van de Raad Buitenlandse Zaken in de formatie met de ministers van Defensie;
18. betont, wie äußerst wichtig die von der NATO gegenüber ihren Mitgliedern garantierte kollektive Verteidigung ist; fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, ihre Fähigkeit, zur territorialen Verteidigung beizutragen, dringend auszubauen, mehr Ressourcen zur Verfügung zu stellen sowie das Verfahren der Bündelung und gemeinsamen Nutzung ernst zu nehmen, indem bei der Schaffung von Synergien enger zusammengearbeitet wird; betont, dass alle Mitgliedstaaten gemäß Artikel 42 Absatz 7 AEU das gleiche Maß an Sicherheit genießen müssen; betont, dass eine glaubwürdige EU-Außenpolitik durch angemessene Verteidigungskapazitäten in den Mitgliedstaaten und eine wirksame Gemeinsame Sicherheits- und Verteidigungspolitik (GSVP) untermauert werden muss; ist der Auffassung, dass die GSVP ein wichtiger Bestandteil der europäischen Verteidigung und Sicherheit ist und in vielerlei Hinsicht dazu beiträgt, unter anderem durch eine Förderung der Einrichtung einer verteidigungstechnologischen und industriellen Basis Europas (EDTIB), eine Förderung der Zusammenarbeit bei der Entwicklung der Verteidigungskapazitäten und durch direkte Interventionen in Krisengebieten mit zivilen Missionen und Militäreinsätzen; betont daher, dass die GSVP in Zusammenarbeit mit der NATO weiter vertieft werden sollte; erinnert daran, dass die Europäische Union ein Partner der NATO ist und dass sich deren jeweilige Strategien ergänzen sollten; betont die wichtige Rolle der Sicherheits- und Verteidigungszusammenarbeit zwischen der EU und Partnern wie Vereinte Nationen, NATO, Afrikanische Union und OSZE; begrüßt die Zusage der HV/VP, sich aktiv in Verteidigungsfragen einzubringen, unter anderem durch den Vorsitz im Rat „Auswärtige Angelegenheiten“ in der Besetzung mit den Verteidigungsministern;

Hier volgen ze: de Europese militaire capaciteit moet uitgebreid worden teneinde het buitenlandse en defensiebeleid van de Unie geloofwaardigheid te verlenen; om de veiligheid in Europa en de transatlantische ruimte te garanderen moet de interoperationele inzetbaarheid van het defensiematerieel, op Europees als transatlantisch niveau, worden verbeterd; binnen voornoemd kader moeten de voorwaarden worden geschapen voor de ontwikkeling van een competitieve en economisch gezonde Europese defensie-industrie; de openbare middelen op dit gebied moeten verstandiger worden ingezet – vooral verdubbelingen moeten worden vermeden, en dat kan door de onderlinge afhankelijkheid te bevorderen, niet alleen in industriële en technologische zin, maar ook wat het defensieonderzoek betreft; de nieuwe lidstaten moeten bij dit herstructureringsproces betrokken worden; er moeten met het oog op de geleidelijke openstelling van de wapenmarkten adequate regels worden opgesteld voor de mededinging en ter waarborging van de voorziening; er moeten maatregelen worden genomen voor financiële hulp ten behoeve van nieuw materieel, vooral voor de ontwikkeling van materieel dat bij de bescherming van de buitengrenzen van de Unie – met inbegrip van de zeegrenzen – wordt ingezet; en tot slot moeten er betere mechanismen worden ontwikkeld voor het toezicht op en de follow-up van het buitenlands en defensiebeleid door het Parlement, en wel op de twee niveaus –nationaal en Europees – waarop dat beleid betrekking heeft, via de participatie van nationale parlementariërs en leden van het Europees Parlement.
Sie lauten wie folgt: die Erhöhung der europäischen militärischen Kapazitäten mit Blick auf die Sicherstellung der Glaubwürdigkeit der Ziele ihrer Außen- und Verteidigungspolitik; die Stärkung der Interoperabilität der Verteidigungsgüter sowohl auf innergemeinschaftlicher als auch auf transatlantischer Ebene mit Sicht auf die Gewährleistung der Sicherheit und Stabilität Europas und des atlantischen Raums; in diesem Rahmen die Festlegung von für die Entwicklung einer wettbewerbsfähigen und durchführbaren europäischen Verteidigungsgüterindustrie günstigen Bedingungen; eine bessere Verwendung der öffentlichen Ausgaben in diesem Bereich, indem durch die industrielle und technologische Interdependenz sowie der mit diesem Sektor verbundenen Forschung insbesondere Doppelungen vermieden werden; die Einbeziehung der neuen Länder der Erweiterung in diesen Prozess der industriellen Umstellung; die Förderung entsprechender Regeln im Bereich des Wettbewerbs und der Versorgungssicherheit unter Berücksichtigung der schrittweisen Öffnung der Rüstungsmärkte; die Entwicklung von Maßnahmen zur finanziellen Unterstützung der Neuausrüstung zu Verteidigungszwecken, insbesondere der Entwicklung von Ausrüstungen für den Schutz der Außengrenzen, einschließlich der Seegrenzen, der Union; und schließlich die Notwendigkeit, die Mechanismen zur parlamentarischen Kontrolle und Begleitung der Sicherheits- und Verteidigungspolitik auf den beiden Ebenen, auf denen sie sich abspielt – die europäische und die nationale Ebene –, mit der adäquaten Einbeziehung der entsprechenden parlamentarischen Vertretungen zu vervollkommnen.