Indien de beschikking van de Commissie evenwel op grond van artikel 230 van het Verdrag wordt aangevochten voor de rechterlijke instanties van de Gemeenschap en de beslechting van het geding voor de nationale rechter afhangt van de geldigheid van deze beschikking, moet de nationale rechter de procedure schorsen in
afwachting van een definitieve uitspraak over het beroep tot nietigverklaring door de rechterlijke instanties van de Gemeenschap, tenzij hij van oordeel is dat het, gelet op de omstandigheden van het geval, gerechtvaardigd is het Hof van Justitie om een prejudiciële beslissing te verzoeken over de geldigheid van deze beschikkin
...[+++]g(35).
Wird jedoch die Entscheidung der Kommission nach Artikel 230 des Vertrags vor den Gemeinschaftsgerichten angefochten und hängt der Ausgang des Verfahrens vor dem einzelstaatlichen Gericht von der Rechtskraft der Kommissionsentscheidung ab, so sollte das einzelstaatliche Gericht sein Verfahren aussetzen, bis die Gemeinschaftsgerichte über die Klage auf Aufhebung der Kommissionsentscheidung endgültig entschieden haben, es sei denn, es hält es unter den gegebenen Umständen für gerechtfertigt, dem Gerichtshof eine Vorabentscheidungsfrage über die Rechtmäßigkeit der Entscheidung der Kommission vorzulegen(35).