Door aan de directeur van het Bureau
de bevoegdheden te delegeren waarover het tot aanstelling bevoegde gezag krachtens het Statuut beschikt (artikel 6, lid 1 van het besluit tot oprichting van het Bureau), gaf de Commissie hem de mogelijkheid om zelf de voorwaarden en wijzen van werving vast te stellen, met name op het gebied van de looptijd van arbeidsovereenkomsten of hun verlenging. Daarbij moest enerzijds het Statuut worden geëerbiedigd en moesten anderzijds onder bepaalde voorwaarden de algemene voorschriften voor het personeelsbeleid van de instelling in acht worden genomen bij het aantrekken van de vereiste specifieke deskundighe
...[+++]id voor het Bureau.
Die Kommission hat dem Direktor des Amtes die Befugnisse übertragen, die im Statut der Anstellungsbehörde zugewiesen werden (Artikel 6 Absatz 1 des Beschlusses zur Errichtung des Amtes) und ihn dadurch in die Lage versetzt, selbst die Einstellungsvoraussetzungen und -modalitäten, insbesondere hinsichtlich der Dauer und der Verlängerung von Verträgen festzulegen. Er hat dabei einerseits das Statut und - unter bestimmten Bedingungen - die allgemeinen personalpolitischen Regeln der Kommission zu beachten und andererseits dem Bedarf des Amtes an besonderem Fachwissen Rechnung zu tragen.