150. benadrukt dat de EU en de lidstaten op gecoördineerde wijze te werk moeten gaan bij overeenkomsten en maatregelen op het gebied van wetenschap en technologie met betrekking tot derde landen; is van mening dat het potentieel voor kaderovereenkomsten tussen de EU en haar lidstaten enerzijds en derde landen anderzijds in overweging moet worden genomen;
150. betont, dass die EU und die Mitgliedstaaten bei Abkommen und Maßnahmen im Bereich Wissenschaft und Technologie, die Drittländer betreffen, konzertiert handeln sollten; ist der Ansicht, dass das Potenzial für Rahmenvereinbarungen der EU und ihrer Mitgliedstaaten mit Drittländern ergründet werden muss;