Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Betrekkelijk vermoeden
Kleine stukken metaal
Oude kleren
Redelijk vermoeden
Vermoeden van afwezigheid
Vermoeden van arbeidsongeschiktheid
Vermoeden van conformiteit
Vermoeden van overeenstemming
Vermoeden van vaderschap
Weerlegbaar vermoeden

Vertaling van "dergelijk vermoeden " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE
betrekkelijk vermoeden | weerlegbaar vermoeden

widerlegbare Vermutung


vermoeden van conformiteit | vermoeden van overeenstemming

Konformitätsvermutung | Vermutung der Übereinstimmung


industrie voor vervaardiging van steen, cement, betonwaren, aardewerk, glas en dergelijke

Erzeugung von Stein, Zement, Beton, Steinzeug, Glas und dergleichen


oude kleren (en dergelijke)

Altkleider | Altwaren (Textilien)


kleine stukken metaal (blikjes en dergelijke)

Kleinmetall (Getraenkedosen usw.)




vermoeden van arbeidsongeschiktheid

Arbeitsunfähigkeitsvermutung






persoon te wiens aanzien er een redelijk vermoeden bestaat dat hij is betrokken bij het plegen van een strafbaar feit

Person, die im Verdacht steht, an einer auslieferungsfähigen Straftat beteiligt zu sein
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Bij zijn arrest nr. 27/2000 van 21 maart 2000 heeft het Hof geoordeeld dat een dergelijk vermoeden geen inbreuk maakt op het vermoeden van onschuld dat onder meer is gewaarborgd door artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

In seinem Entscheid Nr. 27/2000 vom 21. März 2000 hat der Gerichtshof erkannt, dass eine solche Vermutung nicht die unter anderem durch Artikel 6 Absatz 2 der Europäischen Menschenrechtskonvention ausgedrückte Unschuldsvermutung beeinträchtigt.


Bij zijn arrest nr. 27/2000 van 21 maart 2000 heeft het Hof geoordeeld dat een dergelijk vermoeden geen inbreuk maakt op het vermoeden van onschuld dat onder meer is gewaarborgd door artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

In seinem Entscheid Nr. 27/2000 vom 21. März 2000 hat der Gerichtshof erkannt, dass eine solche Vermutung nicht die unter anderem durch Artikel 6 Absatz 2 der Europäischen Menschenrechtskonvention ausgedrückte Unschuldsvermutung beeinträchtigt.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 27 mei 2015 in zake Eduard Gaj tegen de gemeente Opglabbeek, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 mei 2015, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Tongeren, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 63 van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 en artikel 38 van de Wet Eenheidsstatuut van 26 december 2013 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, inzoverre het enerzijds, aan een arbeider in dienst van ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 27. Mai 2015 in Sachen Eduard Gaj gegen die Gemeinde Opglabbeek, dessen Ausfertigung am 28. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Arbeitsgericht Antwerpen, Abteilung Tongern, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen Artikel 63 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge und Artikel 38 des Gesetzes vom 26. Dezember 2013 über die Einführung eines Einheitsstatuts für Arbeiter und Angestellte ge ...[+++]


Het « onderzoek naar het vaderschap » van een dergelijk kind moest dus uitzonderlijk blijven en enkel worden toegestaan wanneer het vermoeden van vaderschap niet werd bevestigd door een bezit van staat ten aanzien van de echtgenoot van de moeder en wanneer het kind 180 dagen of meer na de ontbinding van het huwelijk van zijn moeder was geboren of wanneer het meer dan 300 dagen na de feitelijke scheiding van zijn moeder en haar echtgenoot was geboren (ibid., p. 15).

Die « Ermittlung der Vaterschaft » eines solchen Kindes sollte also eine Ausnahme bleiben und nur zugelassen werden, wenn die Vaterschaftsvermutung nicht durch den Besitz des Standes in Bezug auf den Ehepartner der Mutter bestätigt wurde und wenn das Kind 180 Tage oder mehr nach der Auflösung der Ehe seiner Mutter geboren wurde oder wenn es mehr als 300 Tage nach dem Datum der tatsächlichen Trennung seiner Mutter und ihres Ehemannes geboren wurde (ebenda, S. 15).


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Het Hof stelt vast dat een weerlegbaar vermoeden kan worden gehanteerd dat particulieren de dragers voor privédoeleinden gebruiken, mits aan twee voorwaarden is voldaan: i) praktische moeilijkheden bij de vaststelling of de betrokken dragers voor privédoeleinden worden gebruikt, moeten het hanteren van een dergelijk vermoeden rechtvaardigen; ii) dit vermoeden mag er niet toe leiden dat de vergoeding voor het kopiëren voor privégebruik wordt opgelegd in situaties waarin de dragers kennelijk voor andere dan privédoeleinden worden gebruikt.

Der Gerichtshof stellt fest, dass widerlegbar vermutet werden kann, dass Privatpersonen Trägermaterial zu privaten Zwecken nutzen, sofern zwei Voraussetzungen erfüllt sind: Erstens müssen praktische Schwierigkeiten bei der Ermittlung des privaten Zwecks der Nutzung des Trägermaterials die Aufstellung einer solchen Vermutung rechtfertigen, und zweitens darf diese Vermutung nicht dazu führen, dass die Abgabe für Privatkopien in Fällen auferlegt wird, in denen das Trägermaterial offenkundig zu nicht privaten Zwecken genutzt wird.


Het niveau van de interbancaire vergoedingen loopt sterk uiteen van lidstaat tot lidstaat, wat laat vermoeden dat een duidelijke rechtvaardiging voor dergelijke vergoedingen ontbreekt en dat zij een belangrijke barrière vormen tussen de nationale betaalmarkten.

Die Höhe der Interbankenentgelte ist von Mitgliedstaat zu Mitgliedstaat sehr unterschiedlich, was Zweifel an ihrer effektiven Berechtigung aufkommen lässt und ein großes Hindernis zwischen den nationalen Zahlungsverkehrsmärkten schafft.


Het zou bovendien kennelijk strijdig zijn met de in artikel 67ter nagestreefde doelstelling dat de niet-inachtneming van de in die bepaling voorgeschreven verplichting tot mededeling de toepassing teweegbrengt van een « vermoeden van schuld » ten laste van één van de in artikel 67ter bedoelde natuurlijke personen of van de rechtspersoon, vermits een dergelijk vermoeden in sommige gevallen precies ertoe zou kunnen aanzetten de in de in het geding zijnde bepaling bedoelde verplichting tot mededeling te schenden.

Es würde ausserdem im Widerspruch zur Zielsetzung von Artikel 67ter stehen, wenn die Nichteinhaltung der in dieser Bestimmung vorgeschriebenen Mitteilungspflicht zur Anwendung einer « Unschuldsvermutung » zum Nachteil einer der natürlichen Personen im Sinne von Artikel 67ter oder der juristischen Person führen würde, da eine solche Vermutung in gewissen Fällen gerade dazu verleiten könnte, gegen die in der fraglichen Bestimmung vorgesehene Mitteilungspflicht zu verstossen.


« Worden de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, afzonderlijk of in samenhang met artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, geschonden door artikel 67bis Wegverkeerswet van 16 maart 1968, in zover dit artikel ten laste van de titularis van een nummerplaat waarvan het voertuig betrokken is bij een verkeersovertreding, een vermoeden van schuld invoert, terwijl een dergelijk vermoeden van schuld niet bestaat in hoofde van andere beklaagden van een misdrijf ?

« Verstösst Artikel 67bis des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Strassenverkehrspolizei gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 2 der Europäischen Menschenrechtskonvention, soweit er eine Schuldvermutung zu Lasten des Inhabers des amtlichen Kennzeichens eines Kraftfahrzeugs, das an einer Übertretung beteiligt ist, einführt, während eine solche Schuldvermutung nicht für andere einer Straftat Angeschuldigte gilt?


« Worden de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, afzonderlijk of in samenhang met artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, geschonden door artikel 67bis Wegverkeerswet van 16 maart 1968, in zover dit artikel ten laste van de titularis van een nummerplaat waarvan het voertuig betrokken is bij een verkeersovertreding, een vermoeden van schuld invoert, terwijl een dergelijk vermoeden van schuld niet bestaat in hoofde van andere beklaagden van een misdrijf ? »

« Verstösst Artikel 67bis des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Strassenverkehrspolizei gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 2 der Europäischen Menschenrechtskonvention, soweit er eine Schuldvermutung zu Lasten des Inhabers des amtlichen Kennzeichens eines Kraftfahrzeugs, das an einer Übertretung beteiligt ist, einführt, während eine solche Schuldvermutung nicht für andere einer Straftat Angeschuldigte gilt?


(6) Overwegende dat de ecu als bedoeld in artikel 109 G van het Verdrag en gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 3320/94 van de Raad van 22 december 1994 betreffende de codificatie van de bestaande communautaire wetgeving inzake de definitie van de ecu na de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de Europese Unie (4) met ingang van 1 januari 1999 niet langer zal worden gedefinieerd als een mand van samenstellende valuta's en dat de euro een volwaardige munteenheid op zich wordt; dat het besluit van de Raad over de vaststelling van de omrekeningskoersen op zich geen wijziging teweegbrengt in de externe waarde van de ecu; dat dit betekent dat één ecu in de samenstelling van mand van samenstellende valuta's één euro wordt; dat derhalve ...[+++]

(6) Die Ecu im Sinne von Artikel 109g des Vertrags und in der Definition der Verordnung (EG) Nr. 3320/94 des Rates vom 22. Dezember 1994 zur Kodifizierung der geltenden Rechtsvorschriften der Gemeinschaft zur Definition der Ecu nach Inkrafttreten des Vertrags über die Europäische Union (4) wird ab dem 1. Januar 1999 nicht mehr als Währungskorb definiert sein, und der Euro wird zu einer eigenständigen Währung. Die Festlegung von Umrechnungskursen durch den Rat ändert als solche den Außenwert der Ecu nicht. Das bedeutet, daß eine Ecu in ihrer Zusammensetzung als Korb von Währungen zu einem Euro wird. Die Verordnung (EG) Nr. 3320/94 wird ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'dergelijk vermoeden' ->

Date index: 2024-04-13
w