De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel 104, 2°, van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet schendt, in zoverre voormeld artikel aan de onderhoudsplichtigen zonder financiële problemen het voor
deel van de fiscale aftrekbaarheid verleent wanneer de achterstallige onderhoudsgelden het voorwerp van een gerechtelijke beslissing uitmaken, terwijl onderhoudsplichtigen met finan
ciële problemen een dergelijke belastingvermindering niet kunnen genieten bij laattijdige betaling van het achterstallige ond
...[+++]erhoudsgeld zonder gerechtelijke beslissing.
Der vorlegende Richter möchte vom Hof erfahren, ob Artikel 104 Nr. 2 des EStGB 1992 gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung verstosse, insofern der vorerwähnte Artikel Unterhaltspflichtigen ohne finanzielle Probleme den Vorteil der steuerlichen Abzugsfähigkeit gewähre, wenn die Unterhaltsrückstände Gegenstand einer gerichtlichen Entscheidung seien, während Unterhaltspflichtige mit finanziellen Problemen nicht in den Vorteil einer solchen Steuerermässigung bei verspäteter Zahlung der Unterhaltsrückstände ohne gerichtliche Entscheidung gelangen könnten.