22. wenst dat het in artikel 8, lid 7 van de overeenkomst van Cotonou geformuleerde beginsel dat de regionale en subregionale organisaties en de vertegenwoordigers van de organisaties van de civil society bij de politieke dialoog dienen te worden betrokken, wordt uitgebreid tot alle geografische gebieden waar tussen de EU en derde landen een politieke dialoog wordt gevoerd over mensenrechten en democratie;
22. fordert, dass der Grundsatz in Artikel 8.7 des Abkommens von Cotonou, der gewährleistet, dass die regionalen und subregionalen Organisationen sowie die Vertreter der zivilgesellschaftlichen Organisationen am politischen Dialog beteiligt werden, auf die verschiedenen geographischen Bereiche, in denen sich der politische Dialog über Menschenrechte und Demokratie zwischen der EU und Drittländern entwickelt, ausgedehnt wird;