4. Wanneer een lidstaat vaststelt dat de verplichtingen betreffende het leveren van de universele dienst als vastgelegd in deze richtlijn voor de leverancier(s) van de universele dienst een onevenredige financiële last inhouden, dient hij een van de regelingen in te stellen die zijn uitgewerkt in zijn nationale plan dat voor 1 januari 2010 aan de Commissie is voorgelegd en dat deel uitmaakt van het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad.
(4) Stellt ein Mitgliedstaat fest, dass die Universaldienstpflichten aufgrund dieser Richtlinie zu Nettokosten führen und eine unverhältnismäßige finanzielle Belastung für den bzw (die) Universaldiensteanbieter darstellen, führt er einen der Mechanismen ein, die im Einzelnen in seinem nationalen Plan beschrieben werden, den er der Kommission bis zum 1. Januar 2010 vorgelegt hat und der Teil des Berichts der Kommission an das Europäische Parlament und den Rat war .