Beide partijen blijven diep bezorgd omtrent de ernstige humanitaire situatie in Irak en zijn het erover eens dat, gelet op de opmerkingen van de secretaris-generaal van de VN in zijn recente driemaandelijkse rapport, de Iraakse regering en de internationale gemeenschap alles in het werk moeten stellen om het olie-voor-voedsel-programma zoveel mogelijk ten goede te laten komen aan de Iraakse bevolking.
Beide Seiten zeigten sich nach wie vor sehr besorgt über die prekäre humanitäre Lage in Irak und waren sich angesichts der Bemerkungen des Generalsekretärs der Vereinten Nationen in seinem jüngsten 90 Tage-Bericht darin einig, dass die irakische Regierung und die Völkergemeinschaft alle Anstrengungen unternehmen sollten, um sicherzustellen, dass das "Erdöl für Nahrungsmittel"-Programm dem irakischen Volk in umfassender Weise zugute kommt.
