Artikel 14, lid 2, bepaalt dat een voogd of een vertegenwoordiger voor het minderjarige slachtoffer van mensenhandel moet worden aangewezen vanaf het moment dat de minderjarige is geïdentificeerd, indien de dragers van de ouderlijke verantwoordelijkheid de belangen van het minderjarige slachtoffer niet kunnen behartigen wegens een belangenconflict.
Nach Artikel 14 Absatz 2 ist in Fällen, in denen die Träger der elterlichen Verantwortung aufgrund eines Interessenkonflikts nicht für das Wohl eines Kindes sorgen können, ein Vormund oder ein Vertreter für das Kind, das Opfer von Menschenhandel ist, einzusetzen, sobald das Kind identifiziert ist.