Na een analyse van de rechtsleer, van de rechtspraak van de Raad van State, van het verslag aan de Koning dat aan een ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van het statuut van het personeel van het gesubsidieerd onderwijs voorafging, en een argumentatie afgeleid uit artikel 162 van de Grondwet, besluit de verzoeker dat de kamer van beroep ingesteld bij de wet van 11 juli 1973 geen administratieve overheid was maar een administratief rechtscollege.
Nach einer Prüfung der Rechtslehre, der Rechtsprechung des Staatsrates, des Berichtes an den König vor dem Entwurf eines königlichen Erlasses zur Festlegung des Statuts des Personals des subventionierten Unterrichtswesens und einer aus Artikel 162 der Verfassung abgeleiteten Argumentation schlussfolgert der Kläger, dass die durch das Gesetz vom 11. Juli 1973 eingesetzte Einspruchskammer keine Verwaltungsbehörde, sondern eine Verwaltungsgerichtsbarkeit gewesen sei.