25. onderstreept de noodzaak om culturele en onderwijsprogramma's op te starten, uit te voeren en te ondersteunen met als doel de verspreiding en bevordering van de fundamentele waarden van de participatieve democratie, in het bijzonder de naleving van de mensenrechten en de rechten van de minderheden; merkt op dat deze programma's zowel voor individuen toegankelijk moeten zijn als voor culturele en onderwijsinstellingen van de partnerlanden van het Europees nabuurschapsbeleid.
25. betont, dass Kultur- und Bildungsprogramme, die auf die Verbreitung und Förderung der Grundwerte der partizipativen Demokratie einschließlich der Achtung der Menschen- und der Minderheitenrechte abzielen, lanciert, durchgeführt und unterstützt werden müssen, und stellt fest, dass diese Programme einzelnen Bürgern wie auch Kultur- und Bildungseinrichtungen in den ENP-Ländern offenstehen sollten.