Ten aanzien van hetgeen voorafgaat, rijst de vraag of, rekening houdend met de omvang van de investeringen « voor levensduurverlenging » en met het op peil brengen van de veiligheid die noodzakelijk zijn in het kader van het LTO-plan van de centrales Doel 1 en Doel 2, zoals zij met name in de overeenkomst van 30 november 2015 worden vermeld, het uitstellen van de datum van de desactivering en van het einde van de industriële elektriciteitsproductie van die centrales een « project » kan uitmaken in de zin van de richtlijn 2011/92/EU, in voorkomend geval gelezen in het licht van de Verdragen van Espoo en van Aarhus.
In Bezug auf das Vorstehende stellt sich die Frage, ob angesichts des Umfangs der Investitionen « zur Verlängerung der Lebensdauer » und der erforderlichen Sicherheitsanpassungen im Rahmen des LTO-Plans der Kraftwerke Doel 1 und Doel 2, so wie sie insbesondere im Abkommen vom 30. November 2015 angeführt sind, der Aufschub des Datums der Deaktivierung und des Endes der industriellen Stromerzeugung dieser Kraftwerke ein « Projekt » im Sinne der Richtlinie 2011/92/EU sein kann, gegebenenfalls gelesen im Lichte der Übereinkommen von Espoo und von Aarhus.