Wanneer in een lidstaat bij de uitoefening van de in dit lid bedoelde bevoegdheid het totaal aantal vaarzen waarvoor een premie is aangevraagd en die voldoen aan de voorwaarden voor de verlening van de zoogkoeienpremie, het afzonderlijke nationale maximum overschrijdt, moet het aantal subsidiabele vaarzen per landbouwer voor het betrokken jaar proportioneel worden verlaagd.
Überschreitet die Gesamtzahl der den Bedingungen für die Gewährung der Mutterkuhprämie genügenden Färsen, für die ein Antrag gestellt wurde, in einem Mitgliedstaat, der die in diesem Absatz eröffnete Möglichkeit nutzt, die besondere nationale Hoechstgrenze, so wird die Zahl der prämienfähigen Färsen pro Betriebsinhaber für das betreffende Jahr anteilmäßig verringert.