In artikel 12, lid 4, van de kaderverordening is bepaald dat d
e Commissie volgens doorzichtige procedures indicatieve verdelingen van de vastleggingskredieten van de Structuurfondsen over de Lid-Staten voor elk van de doelstellingen 1 tot e
n met 4 en 5 b moet vaststellen en hierbij, zoals in het verleden, ten volle rekening moet houden met de
volgende objectieve criteria : nationale welvaart, regionale welvaart, bevolking van de re
...[+++]gio's en relatieve ernst van de structurele problemen, met inbegrip van het werkloosheidsniveau en, ten aanzien van de relevante doelstellingen, de ontwikkelingsbehoeften op het platteland.
Gemäß Artikel 12 Absatz 4 der Rahmenverordnung legt die Kommission nach transparenten Verfahren je Mitgliedstaat und für jedes der Ziele 1 bis 4 und 5b Richtgrößen für die Aufteilung der Verpflichtungsermächtigungen der Strukturfonds fest. Hierbei trägt sie, wie zuvor, folgenden objektiven Kriterien Rechnung: dem nationalen Wohlstand, dem regionalen Wohlstand, der Bevölkerung der Regionen und dem relativen Ausmaß der strukturellen Probleme einschließlich der Arbeitslosigkeit und - bei den entsprechenden Zielen - den Erfordernissen der Entwicklung in den ländlichen Gebieten.