Overwegende dat krachtens het Raadsbesluit van 26 juli 1966 ( 3 ) de Lid-Staten vanaf 1 juli 1968 het gemeenschappelijk douanetarief zullen toepassen bij invoer uit derde landen van andere produkten dan die welke in bijlage II van het Verdrag worden opgesomd ;
GEMÄSS DER ENTSCHEIDUNG DES RATES VOM 26 . JULI 1966 ( 3 ) WENDEN DIE MITGLIEDSTAATEN AB 1 . JULI 1968 BEI DER EINFUHR DER IN ANHANG II DES VERTRAGES NICHT AUFGEFÜHRTEN ERZEUGNISSE AUS DRITTEN LÄNDERN DIE ZOLLSÄTZE DES GEMEINSAMEN ZOLLTARIFS AN .
