6.1.1. De temperatuur in de ruimte waar zich de rollenbank bevindt, moet gedurende de gehele proef tussen 20 en 30 °C liggen en zoveel mogelijk overeenstemmen met die van de ruimte waarin de motorfiets of de driewieler gereed wordt gemaakt.
6.1.1. Die Temperatur des Prόfraums muss wδhrend der gesamten Prόfung zwischen 20 °C und 30 °C betragen und sollte mφglichst der Temperatur des Raumes entsprechen, in dem das zweirδdrige oder dreirδdrige Kraftfahrzeug fόr die Prόfung vorbereitet wurde.