36. beschouwt het hoger onderwijs als een essentiële drijvende kracht voor de economische en sociale ontwikkeling, en is dan ook van oordeel dat meer het accent moet worden gelegd op de follow-up van het Bologna-proces en de naleving door de lidstaten van de overeengekomen beginselen in de hele Europese Ruimte voor hoger onderwijs;
36. vertritt die Ansicht, dass die Hochschulbildung eine wichtige Triebkraft für die wirtschaftliche und soziale Entwicklung sowie für Innovation und Wachstum ist, und dass daher den Maßnahmen im Anschluss an den Bologna-Prozess und der Umsetzung der vereinbarten Grundsätze durch die Mitgliedstaaten im gesamten Europäischen Hochschulraum größere Bedeutung beigemessen werden sollte;
