Zoals voorheen, verschaffen de marge tussen de in de begroting opgenomen betalingskredieten en het jaarplafond voor betalingen, en de marge tussen de in de begroting opgenomen vastleggingskredieten en het uitgavenplafond voor elke rubriek, enige bewegingsruimte om met inachtneming van de maxima van het MFK te reageren op onvoorziene behoeften en noodsituaties.
Wie bisher können die Spielräume zwischen den Haushaltsmitteln für Zahlungen und der jährlichen Obergrenze für Zahlungen sowie zwischen den Haushaltsmitteln für Verpflichtungen der jährlichen Obergrenze für Verpflichtungen der jeweiligen Rubriken für unvorhergesehenen Mittelbedarf und Notfälle genutzt werden, ohne dass die jeweiligen MFR-Obergrenzen überschritten werden.