Traduction de «economische crisis kunnen publiek-private partnerschappen de openbare autoriteiten helpen » (Néerlandais → Allemand) :

Nu Europa zich herstelt van de economische crisis kunnen publiek-private partnerschappen de openbare autoriteiten helpen werkgelegenheid te scheppen door in de toekomst te blijven investeren, terwijl wij exit-strategieën ten uitvoer leggen om de openbare financiën opnieuw in evenwicht te brengen.
Diese vermögen jetzt, da Europa die Wirtschaftskrise überwindet, die öffentliche Hand durch fortgesetzte Zukunftsinvestitionen bei der Schaffung von Arbeitsplätzen zu unterstützen, während wir Lösungsstrategien zur Stützung der angeschlagenen öffentlichen Haushalte umsetzen.

4. onderstreept hoe belangrijk het is dat ontwikkelingslanden zelf verantwoordelijk zijn voor de ontwikkelingsprocessen, in de zin dat zij zelf de hervormingspakketten en -maatregelen kiezen die het best aansluiten op hun belangen; benadrukt dat het belangrijk is de capaciteit van deze landen te ontwikkelen zodat zij de vaardigheden, deskundigheid en instellingen kunnen opbouwen die vereist zijn om hun eigen ontwikkeling doeltreffend te beheren; onderstreept het belang van vrije handel, een markteconomie en ondernemerschap voor ontwikkelingslanden zelf om armoede te kunnen tegengaan, duurzame economische ontwikkeling te scheppen en hun afhankelijkheid van hulp te kunnen afbouwen; beklemtoont eveneens het belang van het bevorderen en beschermen van goed bestuur, en wijst erop dat de autoriteiten van de begunstigde landen corruptie moeten bestrijden en een fiscale infrastructuur moeten opbouwen, zodat zij hun belastinginkomsten kunnen verzekeren en belastingontduiking en onwettige kapitaalvlucht kunnen bestrijden; merkt voorts op dat meer moet worden ingezet op ondersteuning van en coördinatie met lokale spelers, zoals particuliere organisaties en ngo's binnen het maatschappelijk middenveld, aangezien zij zich dichter bij de bron bevinden, beter zicht hebben op de ontwikkelingsbehoeften en de ontwikkelingsprocessen van landen kunnen stimuleren; wijst erop dat publiek-private partnerschappen in veel gevallen kunnen bijdragen aan doeltreffendere en beter gecoördineerde steun;
4. hält die Eigenverantwortung der Entwicklungsländer bei den Entwicklungsprozessen insofern für sehr wichtig, als sie selbst in der Lage sein sollten, darüber zu entscheiden, welche Reformpakete und –maßnahmen ihren Bedürfnissen am ehesten entsprechen; hält es zudem für wichtig, dass die Kapazitäten dieser Länder ausgebaut werden, damit sie die Fertigkeiten, das Know-how und die Einrichtungen aufbauen können, die notwendig sind, um ihre eigene Entwicklung effizient steuern zu können; misst dem Freihandel, der Marktwirtschaft und dem Unternehmertum große Bedeutung bei, damit die Entwicklungsländer besser in der Lage sind, selbst Maßnahmen zur Bekämpfung der Armut zu ergreifen und so eine nachhaltige wirtschaftliche Entwicklung voranzutreiben und ihre Abhängigkeit von externer Hilfe zu verringern; weist ebenso mit Nachdruck darauf hin, dass unbedingt eine gute Staatsführung gefördert und vorangetrieben werden muss, und dass die Behörden in den Empfängerländern die Korruption bekämpfen und ihre eigene finanzpolitische Infrastruktur aufbauen müssen, um ihre Steuereinahmen zu schützen und Steuerhinterziehung und illegale Kapitalflucht zu bekämpfen; hält es ebenfalls für wichtig, lokale Akteure wie zum Beispiel private Organisationen und nichtstaatliche Organisationen in der Bürgergesellschaft zu unterstützen und eine bessere Koordinierung mit ihnen anzustreben, da diese Organisation vor Ort und somit besser in der Lage sind, die Entwicklungsbedürfnisse zu beurteilen und den Entwicklungsprozess der Länder zu fördern; weist mit Nachdruck darauf hin, dass öffentlich-private Partnerschaften in vielen Fällen dazu beitragen können, die Hilfe wirksamer zu gestalten und besser zu koordinieren;

6. wijst erop dat regionale en lokale economieën een centrale rol spelen bij de verwezenlijking van slimme, duurzame en inclusieve groei; is van mening dat in de regio's zelf de kennis en knowhow aanwezig is om actoren te mobiliseren, uitgaande van hun specifieke kenmerken, en dat ingezet moet worden op de overgang naar een biomaatschappij en een post-olie-economie, met onderzoek en innovatie als factoren die veranderingen kunnen bewerkstelligen; onderstreept nogmaals hoe belangrijk het is om de innovatie- en duurzaamheidsprogramma's op regionaal, nationaal en Europees niveau beter te integreren en te coördineren; roept de regio's en regionale autoriteiten derhalve op actiever bij te dragen aan de ontwikkeling van sterke regionale bio-economische en onderzoeks- en innovatiestrategieën met inachtneming van het profiel van elke regio en gericht op slimme specialisatie; verzoekt de Commissie Europese regionale biogebaseerde clusters en interregionale samenwerking te ondersteunen en is van oordeel dat een robuuste groei op dit gebied alleen mogelijk is met aanzienlijke publieke en private investeringen; is ingenomen met het voorstel voor de invoering van regelingen voor publiek-private partnerschappen (PPP) in de bio-economische sector;
6. weist darauf hin, dass die regionalen und lokalen Wirtschaften hinsichtlich eines intelligenten, nachhaltigen und partizipativen Wachstums eine zentrale Rolle einnehmen; unterstreicht, dass gerade die Regionen selbst die erforderlichen Informationen und Kompetenzen besitzen, um Akteure zu mobilisieren, die ihrer jeweiligen Spezifik entsprechen, und um auf den Übergang zu einer ökologischen Gesellschaft sowie einer erdölunabhängigen Wirtschaft mit Forschung und Innovation als Faktoren des Wandels zu setzen; betont erneut, wie wichtig es ist, die Integration und Koordinierung der Innovations- und Nachhaltigkeitsprogramme auf regionaler, nationaler und europäischer Ebene zu verbessern; fordert die Regionen und die regionalen Stellen deshalb nachdrücklich auf, sich aktiv an der Entwicklung leistungsfähiger regionaler Bioökonomie-, Forschungs- und Innovationsstrategien zu beteiligen, die das Profil jeder Region berücksichtigen und auf intelligente Spezialisierung ausgerichtet sind; fordert die Kommission auf, europäische regionale biobasierte Cluster und interregionale Zusammenarbeit zu unterstützen, und ist der Ansicht, dass ein solides Wachstum in diesem Bereich nur mithilfe konsequenter öffentlicher und privater Investitionen möglich ist; begrüßt den Vorschlag, öffentlich-private Partnerschaften (ÖPP) im Bereich der Bioökonomie zu schaffen;

4. verwijst naar de voornoemde Raad van Göteborg, waar de loskoppeling van groei van vervoer en economische groei werd erkend als basisbeginsel voor duurzame ontwikkeling; heeft twijfels over de gevolgen van de oproep van de Europese Raad aan de lidstaten "om middelen aan te trekken door infrastructuuractiva naar de markt te brengen", en wil verduidelijking over de potentiële punten die onder de voorgestelde, door de EIB beheerde "securitiseringstrusts" vallen; benadrukt dat openbare activa geen financiële waarborgen voor particulier ondernemen kunnen vormen; dringt aan op een kritische beoordeling van publiek-private partnerschappen met betrekking tot de gevolgen inzake "eigendom" en "verborgen" financiële positie van de overheid op de lange termijn; dringt erop aan dat hun impact op de communautaire begroting wordt onderzocht en dat de risico's van het nieuwe "garantie-instrument van de Gemeenschap ter afdekking van bepaalde risico's die zich na de aanleg in TEN-vervoerprojecten kunnen voordoen" eerlijk worden gespreid;
4. verweist auf den bereits erwähnten Gipfel von Göteborg, bei dem die Entkoppelung des Verkehrszuwachses vom Wirtschaftswachstum als grundlegendes Prinzip für eine nachhaltige Entwicklung beschlossen wurde; hegt Zweifel im Zusammenhang damit, wie sich die Aufforderung des Europäischen Rates an die Mitgliedstaaten, „durch Verbriefung von Infrastrukturaktiva Finanzmittel aufzubringen“, auswirken wird, und verlangt eine Erläuterung, welche Mittel von den vorgeschlagenen „Verbriefungsfonds“ der EIB abgedeckt werden könnten; betont, dass öffentliche Güter keine finanzielle Garantie für private Unternehmen darstellen können; fordert eine kritische Bewertung der Partnerschaften zwischen dem öffentlichen Sektor und der Privatwirtschaft im Hinblick auf die Auswirkungen auf das „Eigentum“ und die „versteckte“ langfristige finanzielle Position der öffentlichen Hand; fordert eine Untersuchung der Auswirkungen des neuen „Garantieinstruments der Gemeinschaft für bestimmte Risiken in der Phase nach dem Bau bei TEN-Verkehrsvorhaben“ auf den Gemeinschaftshaushalt sowie eine gerechte Risikoteilung;