69. wijst erop dat sociale bescherming en sociaal beleid, met name in de vorm van werkloosheidsuitkeringen, minimuminkomenssteun en progressieve belastingen, aanvankelijk hebben geholpen de ergste effecten van de recessie te beperken en de arbeidsmarkten en de consumptie hebben gestabiliseerd; benadrukt echter dat sociale stabilisatoren door EMU-landen die met negatieve economische schokken werden geconfronteerd, op grote schaal als correctiefactoren zijn gebruikt; benadrukt dat sociale bescherming en sociaal beleid onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen;
69. weist darauf hin, dass die soziale Sicherung und die Sozialpolitik, insbesondere Arbeitslosenunterstützung, Mindestlebensunterhalt und progressive Besteuerung, zunächst zu einer Abmilderung der Rezession und einer Stabilisierung der Arbeitsmärkte und des Verbrauchs beigetragen haben; betont jedoch, dass sich die von negativen wirtschaftlichen Schocks betroffenen WWU-Länder in umfassender Weise der sozialen Stabilisierungsmechanismen als Anpassungsfaktoren bedient haben; betont, dass die soziale Sicherung und sozialpolitische Maßnahmen in der Zuständigkeit der Mitgliedstaaten liegen;
