Voor een kandidaat die dienstdagen heeft gepresteerd in een ander ambt waarvoor het houder is van het bekwaamheidsbewijs vermeld in artikel 6.3, worden deze dienstdagen bij de in het eerste lid, 3°, vermelde dagen gevoegd die in aanmerking komen om de voorrang te verlenen.
Einem Bewerber, der Diensttage in einem anderen Amt geleistet hat, für das er den in Artikel 6.3 angeführten Befähigungsnachweis besitzt, werden diese Diensttage den in Absatz 1 Nummer 3 angeführten Tagen, die zur Ermittlung des Vorrangs berücksichtigt werden, hinzugerechnet.