Er kunnen drie scenario's worden opgesteld waarbij de EIB op verschillende manieren zou
zijn betrokken: het eerste scenario gaat uit van een bijdrage van de EIB van 15% van de totale investeringskosten (overeenkomend met de bestaande EIB-praktijk ten aanzien van zeer grote projecten met dezelfde technische, economische en financiële kenmerken); het tweede gaat uit van een EIB-bijdrage van 25% (hetgeen overeenkomt met een speciale inspanning van de kant van de EIB voor de transeuropese netwerken), terwijl het derde scenario uitgaat van een bijdrage van 50% (overeenkomend met het normale plafond van de EIB voor één afzonderlijk project vo
...[+++]or normale leningen).
Bei drei Szenarien werden EIB-Darlehen in unterschiedlicher Höhe in Anspruch genommen: Das erste Szenario geht davon aus, daß die Bank 15 % der Gesamtinvestitionskosten übernimmt (was der bisherigen EIB-Praxis bei Großprojekten mit ähnlichen technischen, wirtschaftlichen und finanziellen Merkmalen entspricht), das zweite von einer EIB-Beteiligung in Höhe von 25 % (was eine besondere Anstrengung seitens der EIB für die TEN bedeutet) und das dritte von 50 % (d.h. dem formellen EIB- Plafonds bei normalen Darlehen für Einzelprojekte).