Traduction de «eigen ontwikkelingsmogelijkheden van de regio's » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

eigen ontwikkelingsmogelijkheden van de regio's
endogenes Entwicklungspotential der Regionen

eigen ontwikkelingspotentieel van de regio's
endogenes Entwicklungspotential

communautair programma voor de ontwikkeling van bepaalde minder ontwikkelde regio's van de Gemeenschap door de exploitatie van het eigen energiepotentieel (VALOREN-programma)
Gemeinschaftsprogramm zur Entwicklung bestimmter benachteiligter Regionen der Gemeinschaft durch die Erschliessung des endogenen Energiepotentials | VALOREN [Abbr.]

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Al deze elementen pleiten voor het uitwerken van een specifiek programma ter compensatie van de moeilijkheden in de ultraperifere regio's, dat aan het eigen karakter van die regio's is aangepast. Dat programma zou door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) worden gefinancierd in het kader van de financiële vooruitzichten voor de periode 2007-2013.
In Anbetracht dieser Faktoren empfiehlt sich die Errichtung eines spezifischen Pogramms zum Ausgleich der Benachteiligungen der extrem abgelegenen Regionen, das auf die Besonderheiten dieser Regionen abgestimmt ist. Das Programm würde aus dem Europäischen Fonds für regionale Entwicklung (EFRE) im Rahmen der Finanziellen Vorausschau für den Zeitraum 2007 - 2013 finanziert.

Sinds de tenuitvoerlegging van de programma's waarbij specifiek rekening wordt gehouden met het afgelegen en insulaire karakter (POSEI) in 1989 en 1991 zijn voor de ultraperifere regio's specifieke maatregelen vastgesteld die enerzijds zijn gebaseerd op de eigen kenmerken van deze regio's en anderzijds zijn gericht op hun sociaal-economische ontwikkeling met het oog op convergentie met en integratie in de rest van de Europese Unie.
Seit der Durchführung der spezifisch auf die Abgelegenheit und die Insellage ausgerichteten Programme (POSEI) in den Jahren 1989 und 1991 waren die extrem abgelegenen Regionen Gegenstand von besonderen Maßnahmen, mit denen zum einen die Besonderheiten dieser Regionen anerkannt wurden und zum anderen ihre sozioökonomische Entwicklung im Hinblick auf die Konvergenz gegenüber dem Rest der Europäischen Union und ihre Integration in diese gefördert werden sollte.

9. benadrukt dat de Unie alleen in staat zal zijn in de mondiale context te concurreren indien zij via haar cohesiebeleid ten volle kan profiteren van de ontwikkelingsmogelijkheden van alle regio's, stedelijke gebieden en steden en een voldoende flexibele regionale respons kan geven op de uitdagingen en knelpunten die zijn gedefinieerd in de Europa 2020-strategie; onderstreept in dit verband dat de middelen uit de structuurfondsen vanuit een brede territoriale invalshoek ook doelgericht moeten worden ingezet om structurele tekortkomingen in de sterkere regio's te compenseren; benadrukt echter dat het cohesiebeleid niet alleen maar een instrument mag zijn ter implementatie van Europa 2020 en dat niet-aflatende concentratie op de kernbeginselen van het cohesiebeleid als meerwaarde zal opleveren dat de verworvenheden van Europa 2020 kunnen worden gehandhaafd, zelfs nadat deze strategie haar eindstadium heeft bereikt;
9. betont, dass die Union im globalen Wettbewerb nur wettbewerbsfähig sein kann, wenn die Kohäsionspolitik das gesamte Entwicklungspotenzial all dieser Regionen, städtischen Gebiete und Städte nutzen kann und ausreichend flexible regionale Antworten auf die durch die Strategie Europa 2020 aufgezeigten Hersauforderungen und Engpässe ermöglicht; unterstreicht in diesem Zusammenhang, dass der gezielte Einsatz von Strukturfondsmitteln durch einen breiten territorialen Ansatz auch dazu genutzt werden muss, um strukturelle Schwächen auch in stärkeren Regionen auszugleichen; unterstreicht jedoch, dass die Kohäsionspolitik nicht nur ein Umsetzungsinstrument für die Strategie Europa 2020 ist und dass durch eine anhaltende schwerpunktmäßige Orientierung auf die Kernprinzipien der Kohäsionspolitik insofern ein Mehrwert geschaffen wird, als dass die Errungenschaften der Strategie Europa 2020 auch dann noch bestehen bleiben;

6. Om ervoor te zorgen dat beperkte vervoersmogelijkheden of grote afstanden in een specifieke regio of geografisch gebied geen onevenredige moeite van visumaanvragers vergt om toegang tot een consulaat te krijgen, trachten lidstaten zonder eigen consulaat in die regio of dat gebied een regeling inzake vertegenwoordiging te treffen met andere lidstaten die wel over een consulaat in die regio of dat gebied beschikken.
(6) Um sicherzustellen, dass der Zugang zu einem Konsulat in einer spezifischen Region oder einem spezifischen Gebiet aufgrund schlechter Verkehrsinfrastrukturen oder weiter Entfernungen für Antragsteller nicht mit einem unverhältnismäßigen Aufwand verbunden ist, streben Mitgliedstaaten, die in der betreffenden Region oder in dem betreffenden Gebiet über kein eigenes Konsulat verfügen, den Abschluss von Vertretungsvereinbarungen mit Mitgliedstaaten an, die dort über Konsulate verfügen.

65. Om ervoor te zorgen dat beperkte vervoersmogelijkheden of grote afstanden in een specifieke regio of geografisch gebied geen onevenredige moeite van visumaanvragers vergt vergen om toegang tot een consulaat te krijgen, trachten lidstaten zonder eigen consulaat in die regio of dat gebied een regeling inzake vertegenwoordiging te treffen met andere lidstaten die wel over een consulaat in die regio of dat gebied beschikken.
(56) Um sicherzustellen, dass der Zugang zu einem Konsulat in einer bestimmtenspezifischen Region oder einem bestimmtenspezifischen Gebiet aufgrund schlechter Verkehrsinfrastrukturen oder weiter Entfernungen für Antragsteller nicht mit einem unverhältnismäßigen Aufwand verbunden ist, streben Mitgliedstaaten, die in der betreffenden Region oder in dem betreffenden Gebiet über kein eigenes Konsulat verfügen, den Abschluss von Vertretungsvereinbarungen mit Mitgliedstaaten an, die dort über Konsulate verfügen.

In zijn conclusies van 8 december 2008[3] erkent de Raad de horizontale aard van het GMB door dit onderwerp via de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen te behandelen en “herbevestigt (hij) dat een geïntegreerde benadering van maritieme aangelegenheden inderdaad een belangrijke doelstelling is, aangezien de synergieën, de samenhang en de meerwaarde van de door de Europese Unie ondernomen sectorale acties dienen te worden versterkt middels integratie ervan in een Europese visie op zeeën, oceanen en hun kusten, waarbij rekening dient te worden gehouden met de eigen kenmerken van de regio (.)”.
Er hat den übergreifenden Charakter der IMP nicht nur dadurch anerkannt, dass er diese Frage auf der Ratstagung Allgemeine Angelegenheiten und Außenbeziehungen erörterte, sondern er bekräftigte in seinen Schlussfolgerungen vom 8. Dezember 2008[3] auch, dass „ein integriertes Konzept für maritime Fragen ein zentrales Ziel darstellt, denn es gilt, die Synergien, die Kohärenz und den Mehrwert der Maßnahmen, die von der Europäischen Union für einzelne Sektoren ergriffen werden, dadurch zu steigern, dass diese Maßnahmen in eine globale Vision für die Meere und Ozeane und ihre Küsten einbezogen werden, wobei die regionalen Besonderheiten [...] zu beachten sind.“

3. is van mening dat de strategische richtsnoeren de verordeningen betreffende de afzonderlijke fondsen niet mogen inperken, maar alleen de strategische prioriteiten van de Unie dienen te verduidelijken, en wijst er in dit verband op dat de regio's genoeg speelruimte moeten hebben om specifiek op de behoeften in de regio's te kunnen reageren, omdat er tal van mogelijkheden en middelen zijn om een geslaagde duurzame ontwikkeling te realiseren, vooral wanneer de ervaringen van de regio's en de lokale overheden betreffende hun eigen ontwikkelingsmogelijkheden volledig in regionale strategieën worden opgenomen;
3. ist der Auffassung, dass die strategischen Leitlinien nicht die Verordnungen zu den Einzelfonds einengen dürfen, sondern nur strategische Prioritäten der Union verdeutlichen sollen, und weist in diesem Zusammenhang auf die Notwendigkeit hin, dass die Regionen genügend Flexibilität haben, um auf die Erfordernisse in den Regionen auch spezifisch reagieren zu können, da es eine Vielzahl von Wegen und Möglichkeiten gibt, um zu einer erfolgreichen nachhaltigen Entwicklung zu gelangen, insbesondere dann, wenn die Erfahrungen der Regionen und lokalen Gebietskörperschaften mit ihren eigenen Entwicklungspotentialen in die regionalen Strategien voll mit einbezogen werden;

15. erkent dat de lange afstanden, zowel naar de belangrijkste Europese markten als binnen de regio's, het concurrentievermogen en de ontwikkelingsmogelijkheden van deze regio's ernstig beperken; spoort aan tot een grondige evaluatie van de positieve gevolgen van informatietechnologie voor dunbevolkte gebieden en verzoekt dat de bijdrage van de unieke culturele erfenis en de natuurlijke hulpbronnen van de dunbevolkte gebieden tot de Europese toegevoegde waarde wordt erkend;
15. erkennt an, dass große Entfernungen zu den wichtigsten europäischen Märkten wie auch innerhalb der Gebiete die Wettbewerbsfähigkeit der Gebiete und ihre Entwicklungschancen erheblich behindern; fordert, dass eingehend untersucht wird, welche positiven Auswirkungen die Informationstechnologien in dünn besiedelten Gebieten haben können, und mahnt eine Anerkennung des Beitrags zur europäischen Wertschöpfung an, den die dünn besiedelten Gebiete mit ihrem einzigartigen kulturellen Erbe und ihren natürlichen Ressourcen leisten;

15. erkent dat de lange afstanden, zowel naar de belangrijkste Europese markten als binnen de regio's, ernstig het concurrentievermogen en de ontwikkelingsmogelijkheden van deze regio's beperken; spoort aan tot een grondige evaluatie van de positieve gevolgen van informatietechnologie voor dunbevolkte gebieden en verzoekt dat de bijdrage van de unieke culturele erfenis en de natuurlijke hulpbronnen van de dunbevolkte gebieden tot de Europese toegevoegde waarde wordt erkend;
15. erkennt an, dass große Entfernungen zu den wichtigsten europäischen Märkten wie auch innerhalb der Gebiete die Wettbewerbsfähigkeit der Gebiete und ihre Entwicklungschancen erheblich behindern; fordert, dass eingehend untersucht wird, welche positiven Auswirkungen die Informationstechnologien in dünn besiedelten Gebieten haben können, und mahnt eine Anerkennung des Beitrags zur europäischen Wertschöpfung an, den die dünn besiedelten Gebiete mit ihrem einzigartigen kulturellen Erbe und ihren natürlichen Ressourcen leisten;